1918 - 1943 (24 jaar)
-
Naam |
Leendert Büchner |
Verblijfplaats |
van 1912 tot 1930 |
Adres: nieuwendijk eerst 77 daarna 88 Buitendijk Almkerk |
Geboren |
16 sep 1918 |
Almkerk, Noord Brabant, Nederland |
Geslacht |
Mannelijk |
vermelding |
Overlijden |
- Leendert is als marinier in dienst naar Birma gegaan, waar hij op de leeftijd van 25 jaar overleden is aan de gevolgen van de oorlog.
Zijn vader kreeg pas bericht van zijn overlijden na de oorlog.
|
Beroep |
- Zoon van Leendert BÜCHNER en Cornelia VINK
Leendert is de jongste van negen kinderen. Moeder Cornelia komt in december 1934 te
overlijden. Op 23 october 1936 gaat Leendert als marinier der 3e klasse in dienst bij de
Koninklijke Marine met stamboeknummer 4758 M
Na einde van de opleiding te Rotterdam wordt hij geplaatst in Den Helder in afwachting
van zijn vertrek naar Nederlandsch Oost Indië (NOI).
Leendert vertrekt met een marine detachement op 16 november 1937 aan boord van
het m.s. TAWALI van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, vanuit Amsterdam naar
Java waar het schip op 15 december 1937 te Soerabaia aankomt.
In NOI volgt op 1 november 1938 bevordering tot marinier der 2e klasse en per
1 november 1939 tot marinier der 1e klasse
Na het uitbreken van de vijandelijkheden met Japan en de capitulatie van de Nederlandse
strijdkrachten in NOI wordt Leendert krijgsgevangene gemaakt op 9 maart 1942 te Java
Na diverse krijgsgevangenkampen komt Leendert uiteindelijk terecht in Siam (Thailand)
om als gevangene te werken aan de z.g.n. Burma spoorweg
De Japanners wilden vanuit Burma een aanval doen op India, maar het zeetransport op
het traject Saigon-Singapore-Rangoon duurde hen te lang. Een oplossing daarvoor was
een verbinding van Saigon over land via Bangkok naar Rangoon. In juni 1942 was het
project voor de Burma-Siam spoorweg door de Daihonei (het Japanse Keizerlijk Hoofd-
kwartier) goedgekeurd. De spoorweg, enkel smalspoor, moest een capaciteit krijgen van
3000 ton per dag. De 414 km lange spoorweg liep 300 km door zo goed als onbewoond
gebied, merendeels tropisch moessonwoud. Veel bruggen, dijken, doorgravingen en em-
placementen moesten aangelegd worden in veelal bergachtig terrein. Men gebruikte
meestal hout als materiaal, want de spoorweg was maar uitsluitend bedoeld voor oorlogstijd.
Het werk werd uitgevoerd door Japanse gemilitariseerde spoorwegtroepen, 61.000 geallieerde
krijgsgevangenen en ± 160.000 Aziatische arbeiders (onder wie romusha’s, Indonesische
dwangarbeiders).
In Siam werkte men van zuid naar noord, van Non Pladuk (KM 0) naar Ban Pong (KM 5),
waar de aftakking was van de lijn Bangkok-Singapore, en vervolgens langs de Mae Nam
via Kanchanaburi (KM 50) naar het noorden langs de Kwai. Verder naar Chungkai (KM 57),
Tamarkan (KM 66), Kinsayok (KM 172) en Konquita (KM 263).
In Burma werkte men van noord naar zuid, van Thanbyuzayat (KM 414) over de Drie
Pagodenpas tot Konquita. Daar werden op 17 oktober 1943 de dwangarbeiders en
krijgsgevangenen vanuit het zuiden ontmoet en de spoorlijn officieel door de Japanners
geopend. Omdat echter de lijn regelmatig door de geallieerden werd gebombardeerd,
hielden de Japanners nog veel krijgsgevangenen achter voor herstelwerkzaamheden.
De overigen werden afgevoerd naar Singapore of Japan.
De werkkampen lagen langs de lijn 1 tot 10 km uit elkaar. Vele werkkampen hadden
geen naam; zij werden dan uitsluitend met hun kilometerafstand vanaf Non Pladuk (0 km)
aangeduid. Op open gehakte stukjes land een paar tenten, enkele barakken, een keuken,
een paar latrines, dat was een kamp. De kampen lagen midden in de wildernis en waren
niet afgesloten. De arbeid aan de spoorweg moest worden verricht onder ongunstige klima-
tologische omstandigheden, terwijl de voeding minimaal was. Daarbij werden de schaars
geklede krijgsgevangenen bij hun arbeid door de Japanners afgebeuld, opgejaagd en mis-
handeld. Vele krijgsgevangenen, onder wie ongeveer 3200 Nederlanders,stierven dan ook
door ziekten, ontbering, mishandeling of geallieerde bombardementen.
Van de Koninklijke Marine lieten 253 man, onder wie Leendert BÜCHNER, het leven.
Leendert is op 20 juli 1943 ten gevolge van malaria overleden, in het Khanun Base Camp.
Hij is eerst begraven op Khanun Base Camp Cemetery. Later is herbegraven op het
Kanchanaburi War Cemetery te Thailand in Vak 7, Rij G, Grafnummer 899
|
Beroep |
van 19 nov 1936 tot 7 okt 1937 |
lt 3de klas marinier |
- Intern oostplein 14 Marinier kazerne Rotterdam, daarna vertrokken naar Den Helder
|
Beroep |
van 7 okt 1937 |
lt 1ste klas Marinier te Den Helder op wachtschip |
Referentienummer |
C-B 09 |
Verblijfplaats |
Adres: W 342 Almkerk |
Recordnummer |
1051121797 |
Overleden |
20 jul 1943 |
Kamp Takanon Lian |
_NEW |
23 apr 2003 |
Begraven |
Kamp Bangan Siam |
Persoon-ID |
I1051121798 |
Woltering-Buchner directe |
Laatst gewijzigd op |
19 jan 2023 |
Vader |
Leendert Buchner, geb. 23 nov 1883, Almkerk, Noord Brabant, Nederland , ovl. 20 dec 1969, Berkel en Rodenrijs, Zuid Holland, Nederland (Leeftijd 86 jaar) |
Moeder |
Cornelia Vink, geb. 7 nov 1886, Almkerk, Noord Brabant, Nederland , ovl. 5 dec 1934, Berkel en Rodenrijs, Zuid Holland, Nederland (Leeftijd 48 jaar) |
Getrouwd |
6 dec 1906 |
Almkerk, Noord Brabant, Nederland [1] |
Gezins-ID |
F42 |
Gezinsblad | Familiekaart |
-
-
|
|